Op deze Hemelvaartsdag is het weer Open Dag in de Beemster en kan je een hele route rijden/fietsen en bedrijven bezoeken, schuren met antiek doorsnuffelen en genieten van het bijzondere landschap dat ontstaan is na droogmalen van de Beemster.
Erica Kok, een fervent quiltster, heeft op haar erf een quilttentoonstelling die je kan bekijken (Zuiderweg 53).
De Quiltmuis staat er met een grote sortering stoffen en spulletjes en Susan van S92 Beemster heeft er een kraam met babyproducten.
Verder staan er tafels en stoelen om heerlijk te zitten met je handwerk. Neem je breiwerk, borduurwerk of je naaimachine mee en kom erbij! Ga gezellig met een groep vriendinnen of kom kennismaken en schuif aan.
Ik ben er ook en zit achter mijn Featherweight van 1935 en de Singermeisjes zijn erbij om te laten zien hoe leuk de machientjes zijn. Je kan kijken naar de machientjes en vragen stellen. Je kan erbij komen zitten met je eigen machientje, er is stroom (neem een stoeltje en verlengsnoer mee, hang een label aan je koffer met je naam)!
Maar gewoon even langskomen en uitrusten als je een fietstochtje maakt kan ook.
Maar gewoon even langskomen en uitrusten als je een fietstochtje maakt kan ook.
De toegang is gratis. Wie de hele dag erbij wil zijn levert een taart in als donatie en krijgt daarna koffie, gebak en een soepje. Bezoekers kunnen tegen een kleine vergoeding ook taart eten!
De foto’s laten zien hoe leuk het de vorige keer was.
Nog even wat informatie over de Beemster, geplukt van Wikipedia.
Rond het jaar 800 was het gebied, dat nu de gemeente Beemster vormt, bedekt met veen. Beemster is afgeleid van Bamestra, de naam van een riviertje in het gebied. Ontginning van het veen door de mens in combinatie met stormvloeden leidde ertoe dat dit riviertje in de periode 1150-1250 uitgroeide tot een binnenzee, een meer dat in open verbinding stond met de Zuiderzee en door de Where met de Purmer.
In 1607 werd door de Staten van Holland en West-Friesland aan enkele burgemeesters (van onder andere Amsterdam) en een aantal aanzienlijke kooplieden, waaronder Willem Usselincx, Jacob Poppen en Dirck van Os, toestemming verleend om de Beemster droog te maken, hetgeen geschiedde onder leiding van Jan Adriaanszoon Leeghwater. Hij gebruikte hiervoor uiteindelijk 43 poldermolens, na een eerste inschatting van 30 molens. Uiteindelijk zijn er 50 molens nodig geweest om de droogmakerij te bemalen.
In 1610, toen dit bijna gereed was, liep het meer weer vol als gevolg van een breuk in de Zuiderzeedijken. Men besloot toen om de ringdijk zo hoog te maken dat hij een meter boven het omringende land uitstak. Op 19 mei 1612 was de polder droog en was de huidige droogmakerij De Beemster een feit. Het land werd ingedeeld in rechthoekige kavels volgens een geometrisch patroon. De kavels werden verdeeld onder de investeerders. De kwaliteit van de landbouwgrond was dusdanig hoog dat het project destijds als een economisch succes gold, – de 'durf'investeerders van toen hadden hun geld er in een jaar uit – dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de hierna met enthousiasme aangevangen droogmakerijen zoals de Schermer of de Heerhugowaard.
Driehonderd jaar lang werd de polder drooggehouden met 50 poldermolens, begin twintigste eeuw werden zij vervangen door gemalen en de molens zijn allemaal verdwenen.