woensdag 6 november 2013

Quilten. Uitleg van een beginner.

Omdat er vragen kwamen over het quilten, heb ik vandaag wat foto's gemaakt. Nu ben ik zelf nog een beginner, dus heb je een aanvulling of verbetering? Geef het door!

Het oorspronkelijke doel van quilten is het verbinden van de bovenlaag, de tussenvulling en de onderlaag van de quilt, zodat de vulling niet gaat schuiven.
De bovenkant kan patchwork zijn, maar ook één grote lap stof.
Het verbinden van die lagen kan met touwtjes en knoopjes of met een soort rijgsteken, het quilten.
De hoofdrolspelers van dit verhaal: een kort naaldje met scherpe punt, een vingerhoed met platte bovenkant een zelfs een richeltje, de gele naalddoortrekker.
Een aantal cm van het uiteinde van de draad wordt een knoopje gemaakt. Deze quiltknoop is mooi glad.
Met de botte achterkant van de naald wordt een opening gemaakt tussen de weefseldraden van de bovenlaag van de quilt, de top. 
Nu gaat de punt van de naald het gaatje in en door te weven door de tussenvulling komt de naald weer boven waar je wil beginnen.
Door nu aan de draad te trekken verdwijnt het knoopje onder de top en blijft ergens hangen in de vulling.
Een klein stukje van de staart steekt nog uit.
Door de naald in de stof te prikken en onder de top naar de draad te glijden (groen in de tekening), kan je door een vegende beweging te maken (rode pijl) het losee draadeinde onder de stof laten verdwijnen.
Nu is de draad aangehecht en zowel aan de bovenkant als aan de onderkant van de quilt is er niets meer van te zien.

Nu worden er kleine steekjes gemaakt. Ik heb nu gekozen voor wat dikker draad en een opvallende kleur, dus de steekjes hoeven niet ieniemienie. Maar ik probeer het wel!
Als er een paar steekjes tegelijk op de naald zitten is de naald niet meer gemakkelijk door de stof te trekken.
Hier kan de naalddoortrekker uitkomst bieden! Naald door het gaatje, druk op de knop en de naald zit muurvast. Nu trek je de naald door alle steekjes in de stof!
Ik deed dit eerst met een tangetje, maar dat moet je steeds pakken en dat is onhandig als je lang bezig bent. Om het quilten eens te proberen kan het wel!


We zijn zogenaamd aan het einde van het werk of aan het einde van het draadje. Nu komt het afhechten.
Een heel klein stukje van de stof af wordt een knoopje in de draad gemaakt, precies ongeveer ;) de afstand van één steekje.
Prik weer met de botte achterkant van de naald een gaatje in de top en steek daarna de punt van de naald erdoor en weef de naald door de tussenvulling. Kom verderop weer boven.
Trek de draad door tot het knoopje verdwijnt onder de stof van de top en vast komt in de tussenvulling.
Knip de draad af met een staartje en veeg dat weer met de naald onder de stof van de bovenlaag.

Nu is er onzichtbaar aan- en afgehecht en zien de steekjes er aan de boven- en onderkant van de quilt er hetzelfde uit. Heel netjes!

Ik ben steeds weer blij met het resultaat. De stof krijgt reliëf, de schaduwen maken het oppervlak levendig. De quiltpatronen voegen echts iets toe of benadrukken de vlakjes van het patchwork.

En het is rustgevend. Geen getel, alleen het volgen van de lijnen. Verstand op nul (bijna).
Hield je als kind meer van inkleuren dan van zelf tekenen? Houd je van mandala's kleuren, eindeloos hetzelfde zonder dat het saai is? Dan is quilten echt iets om uit te proberen! Volg de lijnen en het komt ooit af!