Het lijkt een beetje vreemd om een Singer 15 uit haar meubeltje te halen, waar ze misschien al sinds 1921 in zat en een Singer 201 daarvoor in de plaats te zetten.
Moet je niet iets zo oorspronkelijk mogelijk houden?
Voor een aantal zaken zal dat zeker opgaan. Daarom hebben we bijvoorbeeld Monumentenzorg, om gebouwen te bewaren voor het nageslacht. (En dan hebben we het over de buitenkant, de WC mag meestal wel aangepast worden aan de eisen van deze tijd. We willen niet allemaal op een houten plank zitten..)
Conserveren is belangrijk als het gaat om originele en onvervangbare zaken. Niet om massa-productie. En Singer Naaimachines, hoe dierbaar ook, behoren tot de laatste categorie.
Dus kan je gerust een aanpassing doen, waardoor je de naaimachine met meer plezier gebruikt.
Ik vind deze Singer 201 één van de mooiste machines die ik heb. De frontplaat heeft een mooi motief en zag er na een uurtje dobberen in een groene zeep-oplossing weer uit als nieuw. Dit model van Singer werd gemaakt van 1939 tot 1963, de latere jaren ook in een lichtere en modernere aluminium uitvoering.
Voor thuisnaaisters was deze machine het beste wat er te verkrijgen was.
De prijs die betaald moest worden voor dit topstuk van Singer, was een half jaarsalaris. Stel je toch eens voor!
En kijk eens hoe ze staat in het naaimachinemeubel! Ik heb wat foto's gemaakt omdat ik zelf tot vorige week ook niet had gezien hoe zo'n machine nu zich wegvouwt in het kastje.