woensdag 10 oktober 2012

Maak een spoeltjes-spin.


Nee, het is geen nieuw ontdekte diersoort! En mensen met een arachnofobie hoeven niet bang te zijn. Maar als je problemen met de draadspanning blijft houden, ookal heb je van alles geprobeerd met de bovendraadspanning, dan kan de spoeltjes-spin je helpen! Spinnen zijn sowieso nuttige dieren!!


Een aanwijzing dat er iets mis is met de onderdraadspanning is een strakke draad bovenop je werk die je zo uit je naaiwerk kan trekken.
 
 
Ook lussen van de onderdraad die aan de bovenkant van je werk uitsteken, zijn een veeg teken.

Het is handig om bij het testen van de draadspanning een andere kleur onderdraad te nemen dan de bovendraad heeft. En 2 lapjes om heen en weer te naaien, zo'n 20 cm lang en een paar cm breed.

Haal het spoelhuisje uit de machine en zet het spoeltje met de onderdraad er op de juiste manier in (zie HIER...).
Houd het uiteinde van de onderdraad vast en laat het spoelhuisje voorzichtig los.

'Glijdt' de spoeltjes-spin nu langs de draad naar beneden, dan is de draadspanning te los.








Er zijn twee schroefjes op het metalen strookje dat de draad vasthoudt in het spoelhuis. Het schroefje dat het dichtst bij de draad zit is de stelschroef. De andere schroef houdt het veertje vast op het spoelhuis. Dát schroefje moet goed vast zitten, maar overdrijf het niet.

Het schroefje waarmee je de draadspanning kan regelen, moet als de draadspanning te los is met een minischroevendraaier strakker gezet worden, door met de klok mee te draaien.

Laat weer het spoelhuis aan het draadje hangen. Het spoelhuis mag niet naar beneden zakken als je het rustig laat hangen. Zet desnoods het stelschroefje van het spoelhuis nog iets strakker.
Als het spoelhuis stil hangt en je geeft een rukje aan het draadje (zoals bij jojo-en), mag het spoeltjes-spinnetje zo'n 5 cm naar beneden 'vallen'. Stel zo nodig het schroefje bij.

Nu kan het spoelhuis op zijn plek en de onderdraad naar boven gehaald worden door de bovendraad.

Naai een lijn op het 2-laags lapje. Bekijk de steken. De kruispunten van de boven- en onderdraad moeten tussen de twee lapjes vallen. Je mag ze niet zien. De steken aan onder- en bovenkant moeten er hetzelfde uitzien.

Geen strakke draad, maar ook geen lussen! Het is even uitproberen. En inderdaad, bij ander garen, een andere stof (dikker of dunner) en soms gewoon een andere dag, moet je weer wat bijstellen.

Begin de dag dus altijd even met een proefritje. En ook als je het garen hebt veranderd of een stof gaat gebruiken die veel dikker of dunner is dan de stof van daarvoor. Voor de zekerheid!